VENLO - Twaalf bedrijven en vier kennisinstellingen hebben vier jaar lang via het topsectorproject ‘De waarde(n) van groente en fruit’ onderzoek gedaan naar de gezondheidswaarde van groente en fruit en een betere onderbouwing van het effect van deze verse producten op het lichaam. De resultaten? Er zijn betere meetmethoden ontwikkeld om inhoudsstoffen te meten en de variatie van deze inhoudsstoffen is bij tomaat en kool in kaart gebracht. Het meest opvallende resultaat is dat consumptie van groente al binnen uren een effect heeft op het menselijk lichaam.

Deze resultaten zijn bekend gemaakt tijdens het eindsymposium ‘De echte waarde van groente en fruit’ dat op 17 november plaatsvond bij Brightlands Campus Greenport Venlo. Volgens Herman Peppelenbos, projectleider en Lector Groene Gezondheid aan HAS green academy in Den Bosch, was dit onderzoek hard nodig. “Het is algemeen bekend dat groente en fruit gezond zijn, maar toch haalt maar een kwart van alle kinderen en 16% van de volwassenen de dagelijkse behoefte: Nederlanders eten te weinig groente en fruit en bovendien is de waardering voor deze verse producten is laag.”

Dit kan en moet volgens Peppelenbos beter. “Bij de start van dit project hebben we drie ‘problemen’ gedefinieerd die we met elkaar wilden aanpakken: de metingen van inhoudsstoffen in groente en fruit zijn duur, de variatie in voedingswaarden is hoog en claims bij groente en fruit lijken kansloos. Met dit onderzoek wilden we de gezondheidseffecten van groente en fruit sterker onderbouwen zodat de waardering voor groente en fruit stijgt en de consumptie gestimuleerd wordt.”

Fytonutriënten

De focus in dit topsectorproject lag op fytonutriënten: voedingsstoffen die een plant zelf produceert. Er is gekeken naar lycopeen - een stof die zorgt voor de rode kleur van tomaat en wortel - en anthocyaninen, stofjes die van nature in blauwe bessen zitten. Beide stoffen werken als een antioxidant in het menselijk lichaam en kunnen schade in lichaamscellen voorkomen die ontstaat door oxidatie. Deze stofjes hebben op de lange termijn een positief effect op de gezondheid van de mens. Daarnaast zijn ook glucosinolaten in verschillende koolsoorten onder de loep genomen. Deze stoffen spelen een rol bij het tegengaan van chronische inflammatie (ontstekingen) in het menselijke lichaam die vaak het begin zijn van veel welvaartsziekten.

Nieuwe meetmethode

Tamara Verhoeven is docent-onderzoeker Tuinbouw en Akkerbouw aan HAS green academy in Den Bosch. Zij heeft samen met de partners in het project een snelle, betrouwbare en betaalbare meetmethode ontwikkeld om de hoeveelheid inhoudsstoffen in bijvoorbeeld een tomaat of kool te meten. “We hebben een gevalideerde methode ontwikkeld waarmee via een verbeterde extractie en analyse alle lycopeen uit een monster gehaald kan worden.” Voor deze methode moet er wel een monster van het product genomen worden.

Infrarood

De onderzoekers zijn daarnaast ook op zoek gaan naar een niet-destructieve methode waarmee een kweker zelf kan meten wat de hoeveelheid lycopeen in zijn tomaten is. “We hebben hier een goede methode voor gevonden die gebruik maakt van Near Infrared Spectroscopy (NIR): een techniek waarmee er via infrarood gemeten kan worden hoeveel kleurstof er in wortel of tomaat zit. Deze technologie heeft zeker potentie, maar dit moet verder onderzocht worden.”

Challengemodel

Vervolgens is ook gekeken wat de gezondheidseffecten van deze stoffen zijn in het menselijk lichaam. Hidde van Steenwijk, promovendus aan het Food Claims Centre Venlo, stond aan de lat om een innovatief challenge model te ontwikkelen om de gezondheidseffecten van groente en fruit wetenschappelijk aan te tonen. “Het is ons gelukt om een methode te ontwikkelen die in zeer korte tijd - een aantal uren - fysiologische verschillen tussen verse producten in gezonde mensen aan kan tonen. Verder konden deze fysiologische verschillen gelinkt worden aan ontstekingen in het lichaam. Maar we zijn er nog niet. We onderzoeken nu of het precies dat ene fytonutriënt is wat een effect veroorzaakte of dat het de combinatie is van alle stoffen in het versproduct. Hopelijk kunnen we door deze inzichten in vervolgonderzoek ook ontstekingseffecten meten zonder bloed af te nemen, bijvoorbeeld via wearables (met bijvoorbeeld veranderingen in de hartslag) of stoffen in de urine.”

Corona

Het onderzoek is gestart voordat de coronapandemie losbrak. Tijdens deze pandemie nam de vraag naar groenten en fruit flink toe. Tijdens het eindsymposium nam Wilco van den Berg van het GroentenFruit Huis de aanwezigen mee in het koopgedrag van de Nederlandse consument van groenten en fruit nu de coronamaatregelen zijn verdwenen. Zijn conclusie was dat de consumptie van groente en fruit nu nog steeds boven het niveau van 2019 (pre corona) zit. De ‘hardlopers’ zijn bloemkool, snackgroenten, frambozen, blauwe bes en - een nieuwkomer - de verspakketten. “Nederlanders houden nu eenmaal van gemak”, aldus Van den Berg.

Lekker, leuk en aantrekkelijk

Daarna was het woord aan Coosje Dijkstra, Assistant Professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij heeft veel onderzoek gedaan naar voedingsgedrag: wat werkt en wat niet? Ze gaf aan dat gezondheid niet een hele belangrijke reden is voor mensen om groente en fruit te eten. Motieven die wel werken zijn ‘lekker, leuk en aantrekkelijk’. Ook de prijs van verse producten speelt een belangrijke rol. Als ongezonde producten duurder worden en gezonde producten goedkoper, dan zal de consument volgens haar andere keuzes gaan maken. Omgevingsinterventies, bijvoorbeeld in een supermarkt op meerdere plekken groente en fruit aanbieden, bieden hoop maar zijn volgens haar niet de heilige graal. “Er is nog weinig onderzoek met alle factoren die van invloed zijn op de consumptie van groente fruit. Dit topsectoronderzoek kijkt naar de inhoudsstoffen. Dat is één onderdeel. Als je de interactie tussen al die factoren kan vinden, kunnen we met elkaar nieuwe knoppen vinden waar we aan kunnen draaien.” Ze gaf aan dat uit diverse studies blijkt dat het kan helpen om een health claim op een product te zetten. Maar deze studies zijn volgens haar vaak in een kunstmatige setting gedaan waarin je kan kiezen tussen een gezond en een ongezond product. Deze studies moet je volgens Dijkstra juist in real-life omstandigheden, bijvoorbeeld in een supermarkt, doen waar de verleidingen op de loer liggen.

What’s next

Tijdens een paneldiscussie gingen Wilco van den Berg, Alie de Boer, Assistant Professor bij het Food Claims Centre Venlo, Rob Baan van Koppert Cress en Danielle Bruin van Bejo (beiden deelnemers aan het topsectorproject) met elkaar in gesprek over hoe ondernemers en wetenschappers met de resultaten uit dit project aan de slag kunnen gaan om Nederland gezonder te maken. De deelnemers waren het erover eens dat er binnen dit project grote stappen zijn gezet als het gaat om kennis op het gebied van de voedings- en gezondheidswaarden van groenten en fruit. Maar de toekomst heeft haast, de zorgkosten stijgen en groente en fruit kunnen hier een rol in spelen. Het project heeft goede resultaten behaald, maar er moeten nog wel wat stappen gezet worden. Rob Baan: ‘laat dit niet een slotevent zijn maar de start van meer’

Peppelenbos is na vier jaar onderzoek tevreden. “Met de resultaten uit dit project kunnen we een bijdrage leveren aan het gezond houden van mensen waardoor welvaartsziekten verminderen, ziektekosten omlaag gaan en mensen een gezondere levensstijl krijgen. Met groente en fruit die lekker én gezond zijn. Maar er is echt vervolgonderzoek nodig om de resultaten nog beter te onderbouwen en toe te werken naar gezondheidsclaims bij groente en fruit.”