Rassenkeuze is zeer belangrijk in de aspergeteelt; kenmerken als kwaliteit en opbrengst zijn beslissende factoren in de productie en daarom van essentieel belang voor telers. In het vroege segment is een verscheidenheid aan rassen beschikbaar dat over die kenmerken beschikt. In het late segment is dat momenteel minder het geval: met de introductie van het nieuwe ras Sirius (Bejo 3199) slaat zaadveredelingsbedrijf Bejo echter een belangrijke slag om deze leegte te vullen.
Het Noord-Hollandse bedrijf is al tientallen jaren gespecialiseerd in het veredelen van groentezaden, waarbij het zich met name richtte op gewassen als kool, wortel en ui. Tegenwoordig heeft Bejo een breed assortiment in (bijna) alle vollegrondsgroentegewassen. Op het gebied van asperges is Bejo ruim twee decennia actief, waarbij de nadruk sinds enkele jaren meer is gaan liggen op de veredeling van witte rassen voor het late segment.
Ras uit de Bejo-keuken
De Sirius (Bejo 3199) is het eerste tastbare resultaat van deze extra aandacht; John Gielen, vertegenwoordiger Bejo Benelux, is verheugd over het nieuwe ras. “We waren al heel lang op zoek naar een laat aspergeras en aan de Sirius (Bejo 3199) kun je zien dat het uit de ‘Bejo-keuken’ komt”, vertelt hij. “Zoals alle rassen van Bejo heeft deze asperge gladde stengels met nauwsluitende vlimmen. Daarnaast heeft het ras een goede uniforme stengeldikte en levert het veel AA (extra witte) stengels op.” Gielen voegt toe: "In onze proeven wisten we met de Sirius (Bejo 3199) gemiddeld 10% meer opbrengst te behalen ten opzichte van vergelijkbare rassen.”
Collega Bart Arends, aspergeveredelaar bij Bejo, is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling. Hij geeft aan welke doelen daarbij gesteld zijn: “De focus ligt op de kwaliteit van het product, daarnaast is het percentage klasse 1-stengels belangrijk. Maar ook moet de kopsluiting goed zijn, weinig gevoelig zijn voor scheuren, en moet het ras robuust zijn.” Gielen noemt daarnaast de goede smaak en de sterke bestendigheid tegen roest, roze verkleuring en loofziekten als goede eigenschappen van de Sirius (Bejo 3199).
Proefvelden
Bij het vaststellen dat de nieuwe asperge aan alle voorwaarden voor introductie voldoet is Bejo niet over één nacht ijs gegaan. Het nieuwe ras Sirius (Bejo 3199) is acht jaar getest op proefvelden in verschillende West Europese landen. Naast het testen op eigen velden is het ras ook getest in de praktijk bij telers in verschillende landen”, legt Arends uit.
Deze lange proefperiode zorgt ervoor dat Bejo de telers een goed ras kan bieden voor het volgende seizoen en de seizoenen daarna. En dat is welkom, aldus Gielen: "Telers wachten op een laat aspergeras, omdat er tot op heden nog geen grote rassenkeuze in dit segment is geweest. Met de Sirius (Bejo 3199) bieden we ze een uitstekende optie: het ras heeft vanaf het eerste steekjaar een goede kwaliteit, waardoor de plantkosten sneller kunnen worden terugverdiend. Goede kwaliteit wordt altijd beter betaald!”
Bejo introduceert de Sirius (Bejo 3199) op 23 en 24 november op de ExpoSE in Karlsruhe. U bent van harte welkom in hal 1 (stand E16) om het ras te komen bekijken. Onze Nederlandse en Duitse vertegenwoordigers staan voor u klaar!
Bejo, veredelaar van asperges
De Sirius (Bejo 3199) is een aanvulling op het ruime asperge-assortiment van Bejo. Naast het groene aspergeras Bacchus en de paarse saladeasperge Erasmus heeft de veredelaar met Prius, Cumulus en Cygnus drie rassen in huis die zich bewezen hebben in de markt. Zo kreeg Cumulus al diverse keren het predikaat ‘De lekkerste asperge van Brabant’ toegewezen. Ook Prius viel deze eer al eens ten deel. Prius, Cumulus en Cygnus zijn geschikt voor het vroege en/of middelvroege segment. Erasmus verwierf faam als eerste 100 procent mannelijke paarse aspergeras in de wereld.
De veredelaars van Bejo, naast Arends is dat zijn collega John Theuws, zijn samen met een team van toegewijde specialisten verantwoordelijk voor het wereldwijde asperge veredelingsprogramma. Om dit programma te faciliteren beschikt het bedrijf over proefstations in Kessel (voor de koudere klimaten) en Zuid-Spanje (warmere gebieden). In Peru en Californië kunnen proeven gedaan worden in (sub)tropische klimaten. Na 3 jaar van proeven op eigen locaties, worden de beste kruisingen nog uitvoerig in de praktijk bij telers getest. Hierna is nog een aantal jaren nodig voordat het ras in de markt kan worden geïntroduceerd.
Het resultaat van al deze inspanningen zijn veelbelovende nieuwe hybrides met uitmuntende kwaliteit, smaak, uithoudingsvermogen en oogst!
Bron: Groenten en Fruit
